Orangerie

Ursprünglich als Gewächshaus für exotische Pflanzen eingerichtet, dient die Orangerie heute als Kutschenmuseum
Die Orangerie; Foto: Stadt Dillenburg

Die Orangerie wurde 1719 durch Fürst Wilhelm dem Guten von Nassau-Dillenburg als Gewächshaus für exotische Pflanzen errichtet. Im Laufe der Zeit hat das Gebäude die unter-schiedlichsten Verwendungen erfahren: Es war zunächst Gotteshaus für die kleine lutherische Gemeinde, dann (von 1806 – 1893) für die katholische Kirchengemeinde. Später diente es dem Turnverein als Turnhalle und danach dem Landgestüt als Futterlager. Seit 1970 ist hier das Kutschenmuseum untergebracht.

Oranjerie – Am Hofgarten

De Oranjerie werd in 1719 door vorst Willem de Goede van Nassau-Dillenburg gebouwd als broeikas voor exotische planten. In de loop der tijden heeft het gebouw diverse functies gehad: aanvankelijk werd het gebruikt als kerkgebouw voor de kleine lutherse gemeente en daarna, van 1806 – 1893, voor de katholieke kerkgemeente. Later fungeerde het als turnzaal voor de gymnastiekvereniging en daarna als voedermagazijn voor de stoeterij. Sinds 1970 bevindt zich hier het koetsenmuseum.

Orangery – Am Hofgarten

The orangery was built in 1719 by Prince William the Good of Nassau-Dillenburg as a greenhouse for exotic plants. Over the years, the building has been put to a broad range of uses: it was initially a place of worship for the small Lutheran community, then (from 1806 – 1893) for a Catholic congregation. Later, the gymnastics club used it as a gymnasium before the State Stud turned it into a feed store. Since 1970, the orangery has housed the Coach Museum.